Catherine Vuylsteke (C.V.) verwondert er zich over dat ik "onbeschaamd en onbestraft" voor de assimilatie van allochtonen kan pleiten (Bijgedachte, De Morgen, 9 sept 2003). Wat dat laatste betreft; zolang zij het hier niet voor het zeggen heeft, kent dit land nog vrijheid van meningsuiting. Dat ik dat onbeschaamd doe heeft te maken met het feit dat ik daarover heb nagedacht. Ik heb al eens eerder in deze krant uiteengezet dat men van echte allochtonen (die pas na hun jeugd naar hier gekomen zijn) geen assimilatie moet vragen. Hun kinderen echter, die hier geboren en opgevoed zijn, blijven voor de De Winters, de Aboe Jahjahs en nu ook de C.V.'s van deze wereld, marokkanen, turken, enz.. Maar mensen die niet racistisch denken, die van mening zijn dat identiteit niets met biologische afstamming te maken heeft, stellen vast dat deze kinderen door het onderwijs, door de taal, door het contact met de geografische, de technische, de consumptie- en de media-omgeving en door hun opname in ons ons netwerk van sociale en juridische relaties, op socio-cultureel vlak volledig onze medeburgers zijn en dus voor meer dan 90% onze cultuur geassimileerd hebben; of ze dat nu willen of niet. Bijna allen geven ze trouwens toe dat ze het in het land van herkomst van hun ouders of grootouders geen half jaar zouden uithouden. Niet alleen stel ik dat vast, ik beweer tevens dat het in hun eigen belang is deze assimilatie zo goed mogelijk te voltooien. Getto-vorming leidt tot achterstand, terwijl assimilatie overal tot het welzijn van het individu en de gemeenschap heeft bijgedragen: grote massa's succesvolle immigranten, waaronder veel topfiguren op wetenschappelijk en artistiek vlak, bv. in Frankrijk en de V.S. zijn daar een verpletterend bewijs van.