Het antwoord op vraag 1 - waarom ligt de vraag van Amelie Van Esbeen moeilijk? - is op zijn minst betwistbaar. De wet zegt dat het lijden het gevolg moet zijn van een ernstige en ongeneeslijke door ziekte of ongeval veroorzaakte aandoening. Daarbij worden geen specifieke syndromen vermeld. Wanneer mevrouw van Esbeen (grotendeels, en niet door handicap) bedlegerig is, wat de media suggereren, dan is ze ziek. Dat is één van de kenmerken die een normale mens tot ziekte doen besluiten. Bovendien heeft ze nog allerlei kwalen die ertoe bijdragen dat ze het geheel ervan als ondraaglijk lijden ervaart. De enige vraag waarvan de artsen zich volgens de wet bovendien moeten vergewissen, is het ongeneeslijk karakter van dit geheel van aandoeningen. Zal ze opnieuw, zonder die pijnen, als een normaal mens kunnen rondlopen? Als die kans te verwaarlozen is, kan een arts, na rijp overleg met de zieke, tot het besluit komen dat aan de voorwaarden van de wet is voldaan (ook al kunnen andere artsen een andere mening hebben).
Vraag 6 stelt dat iemand die langdurig depressief is geen euthanasie kan krijgen. Dat is een foute interpretatie. De wet zegt niet dat het om een lichamelijke ziekte moet gaan, wel een ongeneeslijk. Mensen die in het stadium van een diepe, psychotische depressie zitten, kunnen geen euthanasie bekomen omdat ze in die periode niet wilsbekwaam zijn. Maar mensen die periodiek lijden aan opstoten van depressie met daar tussendoor periodes van wilsbekwaamheid, waarbij dat telkens terugvallen een ongeneeslijke kwaal is die ze in het geheel als uitzichtloos lijden ervaren, kunnen zeker voor een euthanasie in aanmerking komen.
Vraag 8: Is medische hulp bij zelfdoding toegestaan? Dat is helemaal niet verboden: geen enkele wet spreekt zich daarover uit. Er bestaat echter een traditie bij de parketten om bij een (niet-medische) hulp bij zelfdoding een vervolging in te stellen wegens het niet verlenen van hulp aan een persoon in nood. Hierbij gaan ze uit van een onbewezen principe dat het vermijden van de dood van een persoon in alle gevallen de juiste hulp is. Wat het gedrag van artsen betreft heeft de Orde van Geneesheren voorgesteld om euthanasie en hulp bij zelfdoding met dezelfde criteria te benaderen en m.i. hebben ze gelijk. Maar, strikt genomen, wegens de afwezigheid van een duidelijke wetgeving zouden zelfs de familieleden, als ze op een wettelijke wijze het nodige middel zouden bekomen, dit aan de patiënt kunnen overhandigen, die het zelf tot zich zou nemen. Ik zou dat echter niet aanraden, want de parketten zijn op dit vlak moeilijk te overtuigen.
Etienne Vermeersch, ex-voorzitter Raadgevend Comité voor Bio-ethiek.